De poorten van de stad

 

In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat het herstelde Jeruzalem de 'aardse' stad uit Ezechiël is. Een stad met twaalf poorten die de namen van de stammen van Israël dragen. In Openbaring 21:12-13 zien we eveneens dat de grote stad, het heilige Jeruzalem, twaalf poorten heeft met de namen van de stammen van Israël erop geschreven. Drie poorten aan elke zijde, waarvan elke poort apart bestaat uit één parel.  (Openbaring 21:21)

 

Functie van de poorten

Parels ontstaan als een indringer zich probeert te nestelen in de mantel van een schelpdier. Als reactie op deze indringer wordt er parelmoer aangemaakt. Hierdoor wordt de indringer ingekapseld en ontstaat de parel.

Deze paarlen poorten hebben als functie ongenode gasten buiten de muur houden. Want er zal niets onreins in deze stad binnengaan. Alleen zij die staan geschreven in het boek des levens van het Lam. (Openbaring 21:27)

 

De maat van de poorten

Hoe groot deze poorten zullen zijn wordt in Openbaring 21 niet beschreven. Maar in het licht van Mattheüs 7:13-14 kunnen deze poorten door ongelovige als eng of nauw worden ervaren. Omdat deze stad alleen maar door het bloed van de Here Jezus kan worden ingegaan. Voor ons als gelovige is de poort wijd en groot, want wij weten dat niemand zonder zonde is, zelfs niet één. Door het offer van de Here Jezus is de poort voor ons wagenwijd open komen te staan.