De bruiloftsgasten

 

De Here Jezus zegt in Mattheüs 9:14 en 15 dat zijn discipelen bruiloftsgasten zijn. Bij de instelling van het avondmaal zegt de Here Jezus, dat Hij niet meer drinken zal van de vrucht van de wijnstok tot op de dag wanneer Hij die nieuw zal drinken in het koninkrijk van God. (Markus 14:25)

In Openbaring 19:9 staat, “zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam.” Wij zijn op deze roepstem ingegaan. Wij zijn de mensen overal vandaan, wij zijn bekleedt met Zijn gerechtigheid en mogen daarmee de bruiloftszaal betreden. (Mattheüs 22:1-14)

Deze bruiloft heeft alles, maar dan ook werkelijk alles met het koninkrijk van God te maken. Want als God Zijn koningschap aanvaard, dan is de bruiloft van het Lam gekomen. Het staat direct in verbinding met het eeuwige koningschap van de Here Jezus.

Lukas 1:32-33

“Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.”

Daarom zou het ons niet moeten verbazen dat Zijn vrouw, de bruid van het Lam, de grote stad, het heilige Jeruzalem is. En dat het hemels Jeruzalem, onze moeder, zich gereedmaakt voor dit grote moment. (Openbaring 19:6-7)