
Het volk en de bruid uit Hosea
Hosea 1:1-3
Hosea moest een vrouw nemen uit de hoererijen, als beeld van het volk Israël dat steeds weer de afgoden dienden. Israël was toen al verdeeld in twee delen. Israël het tien stammenrijk en Juda (Joden) het twee stammenrijk. Hosea kreeg met Gomer drie kinderen waarvan de namen een profetische boodschap vertellen.
Hosea 1:4 en 5 (Jizreël)
Bij de geboorte van Jizreël, wordt het einde aangekondigd van het koningschap van Israël, het tien stammenrijk.
Hosea 1:6 en 7 (Lo-Ruchama)
Bij de geboorte van Lo-Ruchama, wordt eraan gekondigd dat God zich niet meer zal ontfermen over het huis van Israël, het tien stammenrijk, en wordt de wegvoering aangezegd.
Maar over Juda het twee stammenrijk, zal God zich wel ontfermen.
Hosea 1:8 en 9 (LO-Ammi)
Bij de geboorte van lo-Ammi, wordt er gezegd; u bent niet mijn volk en ik zal er voor u niet zijn.
Israël, het tien stammenrijk heeft van God haar Man een echtscheidingsbrief gekregen.
Jeremia 3:8
“Maar Ik zag, toen Ik vanwege alles waarin het afvallige Israël overspel had gepleegd, haar weggestuurd had en haar een echtscheidingsbrief gegeven had, dat Juda, haar trouweloze zuster, niet bevreesd werd. Zij ging zelf ook hoererij bedrijven.”
Dit betekent naar de wet gesproken, een definitief einde aan de relatie tussen God en het tien stammenrijk. Volgens Deuteronomium 24:1-4 mag God haar nooit meer terug nemen als Zijn vrouw. Want dat zal voor de HEERE een gruwel zijn, en een zonde brengen over het land dat de HEERE, aan Zijn volk zal geven.
En dan lijkt er in het volgende vers voor Israël toch nog hoop te zijn.
Hosea 1:10
“Toch zal het aantal Israëlieten zijn als het zand van de zee, dat niet gemeten en niet geteld kan worden. En het zal gebeuren dat in de plaats waar tegen hen gezegd is: U bent niet Mijn volk, tegen hen gezegd zal worden: Kinderen van de levende God.”
Volgens Paulus gaat het in dit gedeelte niet over Israël het tien stammenrijk, maar over hen die door geloof deel hebben aan de belofte.
Romeinen 9:6-8
“Ik zeg dit niet alsof het Woord van God vervallen is, want niet allen die uit Israël voortgekomen zijn, zijn Israël. Ook niet omdat zij Abrahams nageslacht zijn, zijn zij allen kinderen. Maar: Alleen dat van Izak zal uw nageslacht genoemd worden. Dat is: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen van God, maar de kinderen van de belofte worden als nageslacht gerekend.”
En vervolgens maakt Paulus de verbinding naar Hosea.
Romeinen 9:24-26
“Hen heeft Hij ook geroepen, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen. Zoals Hij ook in Hosea zegt: Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk, en de Niet-geliefde: Geliefde. En het zal zijn dat op de plaats waar tegen hen gezegd was: U bent Niet-Mijn-volk, daar zullen zij kinderen van de levende God genoemd worden.”
Door het geloof in de Here Jezus worden we tot Abrahams nageslacht gerekend, en worden wij kinderen van de levende God genoemd. Een volk dat niet Zijn volk was maar dat wel is geworden.
Ook Israël zal ‘in later tijd’ als bruid worden toegevoegd aan dit volk. Dit betekent niet dat Israël opnieuw zal trouwen met God, want dat zal ingaan tegen de regels die God zelf heeft ingesteld.(Deuteronomium 24:1-4)
Daarom zal het verbond dat de HEERE in die dagen sluiten zal met het huis van Israël, een nieuw verbond zijn. God zal Zijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven. Hij zal hun tot een God zijn en zij zullen Hem tot een volk zijn. (Jeremia 31:33)
Geen (huwelijks)verbond meer zoals de HEERE dat met hun vaderen gesloten heeft, (Jeremia 31:31-32) maar een eenzijdig verbond dat gebaseerd is op Zijn belofte.
God zal hen naar het hart spreken, zij zullen van binnenuit veranderd worden, zoals ook de liefde van de Here Jezus ons hart van binnenuit veranderd heeft.
En daarom zal ook Israël 'in later tijd' worden toegevoegd aan dat volk, dat niet Zijn volk wordt genoemd, maar dat wel is geworden.
Zij zullen zich onder één Hoofd stellen, (Hosea 1:11) namelijk Christus.
Zou het toeval zijn? dat Hosea 2 vers 22 hetgeen 'haar' wordt genoemd, aan het einde veranderd in 'hij'. Ik geloof van niet, dit is precisie zoals je dat alleen in de Bijbel tegenkomt.
Hosea 2:22
“En Ik zal haar voor Mij in de aarde zaaien en Mij ontfermen over Lo-Ruchama. Ik zal zeggen tegen Lo-Ammi: U bent Mijn volk, en Hij zal zeggen: Mijn God!”
Christus zal als hoofd van dit volk zeggen; Mijn God! Mijn Elohim!
Maak jouw eigen website met JouwWeb