
Het teken van de Zoon des mensen

De Here Jezus zegt in Mattheüs 24:29 dat meteen na de verdrukking, de zon verduisterd zal worden, de maan zijn schijnsel niet zal geven, de sterren van de hemel zullen vallen en de krachten van de hemelen heftig bewogen zullen worden.
Hiermee duidt de Here Jezus de wondertekenen uit Joël 2:31 waarin deze kosmische gebeurtenis wordt verbonden aan de dag des HEEREN.
Volgens Mattheüs 24:30 is dit ook het moment waarop de Here Jezus zal terugkomen op de wolken. En volgens 2 Thessalonicenzen 1:8 het moment dat de Here Jezus met vlammend vuur wraak zal oefenen over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.
Wanneer we in Openbaring 6:12 lezen, dat bij het openen van het zesde zegel, de zon zwart wordt als een haren zak, de maan als bloed, en de sterren van de hemel vallen, dan hebben we hier een duidelijk ijkpunt waarmee Joël 2 en Mattheüs 24 gesynchroniseerd kunnen worden aan de verhaallijn in Openbaring, waarin de zeven zegels, bazuinen en schalen elkaar opvolgen.
Dit betekent dat de grote verdrukking heeft plaatsgevonden op aarde, als het zesde zegel in de hemel is geopend.
In Openbaring 6 zien we bij het openen van de eerste vier zegels in de hemel, op aarde vier paarden en ruiters waarin we de grote verdrukking (70e jaarweek) in hoofdlijn zichtbaar zien worden.
De eerste helft zal er vrede zijn, gebracht door een koninklijke ruiter op een wit paard, die verdacht veel lijkt op de Ruiter uit Openbaring 19:11.
Maar halverwege de 70e jaarweek zien we het karakter omslaan. Er zal een verwoester komen (Daniël 9:27) wat we terugzien in het gevolg van de eerste ruiter. De vrede wordt weggenomen, er komt hongersnood, en een vierde deel van de aarde wordt gedood.
Een periode waarvan de Here Jezus zegt; “als die dagen niet ingekort worden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden.”(Mattheüs 24:22)
Want de satan die de drijvende kracht is achter deze vernietigende macht, weet dat hij nog weinig tijd heeft, en is in grote woede naar de aarde gekomen, om oorlog te voeren tegen Gods uitverkoren volk.(Openbaring 12:12)
Het is de tijd van Jakobs benauwdheid.(Jeremia 30:7) Een periode dat bepaald is over het volk en de heilige stad Jeruzalem.(Daniël 9:24)
Israël zal verdrukt worden in deze benauwdheid. Maar Israël zal haar God gaan aanroepen en zeggen; “Gezegend is Hij die komt in de Naam van de HEERE!”. Zodra Israël deze woorden uitspreekt kan volgens Mattheus 23:39 de Here Jezus komen.
Voor Israël als Verlosser, maar voor de overige bewoners van de aarde zal het anders zijn, zij zullen zeggen; bergen val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?(Openbaring 6:15-17)
Dan zullen de bazuinen geblazen worden, als waarschuwingen op de schalen van Gods toorn, die over de aarde zal worden uitgegoten.
Ontkoming
Om de komend uiteenzetting goed te kunnen volgen is het van belang te weten dat het ‘aardse’ Jeruzalem vertrapt zal worden, omdat het aan de heidenvolken is gegeven.(Openbaring 11:2) Jeruzalem zal in geestelijke zin Sodom en Egypte genoemd worden.(Openbaring 11:8) Jeruzalem zal in deze periode geen veilige plek zijn voor gelovige joden.
Dit bewustzijn is nodig om Joël 2:32 goed te kunnen begrijpen; volgens Joël zal er tijdens de dag des HEEREN, op twee plekken ontkoming zijn, op de berg Sion en in Jeruzalem.
Bijzonder is dat Obadja 1:17 in dit verband Jeruzalem niet noemt, maar slechts enkel over de berg Sion spreekt waar ontkoming zal zijn. Om dit verschil te kunnen duiden is het van belang te weten dat de ontkoming in Obadja specifiek betrekking heeft op het huis van Jakob. Zij zullen ontkomen en hun bezittingen weer in bezit nemen.
We lezen in Obadja 1:18 dat het huis van Jakob een vuur zal zijn, en het huis van Jozef een vlam, en het huis van Ezau zal tot stoppels worden; zij zullen tegen hen ontbranden en hen verslinden, zodat er geen ontkomene zal zijn voor het huis van Ezau, want de HEERE heeft gesproken!
En hoewel Obadja expliciet spreekt over het huis van Ezau, maakt Obadja in vers 15 een sprong naar de Dag des HEERE, die zal komen over alle heidenvolken. Ieder zal vergelding ontvangen, “zoals u gedaan hebt, zal u gedaan worden; wat u verdient, zal op uw eigen hoofd terugkeren!”
Hierbij mogen we gerust denken aan 2 Thessalonicenzen 1:6-8 “Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken, en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.”
Jacob zal oordelen over Ezau, maar ook wij (hemelburgers) zullen over de mensen van deze wereld oordelen.(1Korinthe 6:2)
Dit gaan we doen vanuit het hemels Jeruzalem, de stad die na de opname van de gemeente (1Thessalonicenzen 4:17) haar plaats zal innemen in de hemelse gewesten. Want daar, in de lucht (Lees: hemelse gewesten) zullen wij de Heer ontmoeten, en voor altijd bij Hem zijn.
Voor ons zal Jeruzalem ontkoming zijn, zoals 1 Thessalonicenzen 5:9 zegt; "Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus."
Als de toorn van het Lam over de aarde komt, is ons woonverblijf in de hemelse gewesten.
Voor Israël zal de berg Sion een plaats van ontkoming zijn. Ook hier is het van belang te weten dat Hebreeën 12:18-22 ons bewust maakt, dat de berg Sion geen tastbare berg is, maar een hemelse berg.
Zou het toeval zijn dat we in Openbaring 14:1 honderdvierenveertigduizend verzegelde uit de twaalf stammen van Israël op de Berg Sion zien staan. Zullen zij de ‘Verlossers’ zijn die de berg Sion opgaan om het bergland van Ezau te oordelen.(Obadja 1:21)
Wie zal het zeggen, maar als we met deze wetenschap Joël 2:32 lezen, dan wordt meteen duidelijk waarom het zo belangrijk is dat wij de HEERE aanroepen.
“Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal.”
Maak jouw eigen website met JouwWeb